Traditionele appeltaart

Dit weekend plukte ik de meest zoete en knapperige appels. Ik kon niet wachten om er een appeltaart van te maken. Terwijl ik aan het bakken was maakte ik er gelijk foto’s van. Het voelt niet zo inspirerend om over klassieke gerechten te schrijven, maar aan de andere kant, hebben we ooit genoeg appeltaartrecepten? Daarom vandaag mijn favoriete appeltaart recept! 

Deeg appeltaart

350 g zelfrijzend bakmeel
1 tl zout
1 ei
225 g hele koude (room)boter (in blokjes gesneden)
175 g suiker
3 el water

Meng bloem, zout en suiker in een kom. Voeg daarna ook het ei, boter en 3 el water toe. Kneed het deeg met de hand (of in een hakmolen) tot een samenhangend deeg. Je deeg kan een beetje korrelig/hard blijven, maar je kunt nog een extra el water toevoegen als je zie dat het te droog blijft. Druk het deze stevig aan tot een bal en laat het minstens 1 uur in de koelkast rusten. Dit zorgt ervoor dat je makkelijker met het deeg kan werken.

(Je kunt het deeg nu ook in de koelkast bewaren voor 3 dagen, of in de vriezer tot 3 maanden.)
Vulling Appeltaart

1 kg appels, geschild en in schijfjes/kwarten gesneden (ik gebruikte Jonagold)
3 tl kaneel
1/2 tl nootmuskaat
50 g suiker*
50 g licht bruine suiker*
1 ei

*Proef altijd hoe zoet de appels zijn en pas de hoeveelheid suiker aan. Als de appels al zoet zijn van zichzelf, dan wordt de taart veel te zoet en verpest het alle andere smaken (kaneel enz.). Mijn appels waren wat zoeter, dus ik heb uiteindelijk 75 gram ongeveer gebruikt.

Meng in een kom, de appels, kaneel, nootmuskaat en suiker met elkaar en laat even een uitlekken in een vergiet.

Haal het deeg uit de koelkast en laat het nog een paar minuten rusten als het nog te hard is. Strooi bloem op een werkblad en rol het deeg uit tot 3-5 mm dik. Leg het over een ingevette bakblik, druk aan op de bodem en snijd het deeg af, gelijk met de rand.  Bedek met plastic folie en zet terug in de koelkast.

Maak ondertussen de bovenkant van de taart. Rol het overgebleven deeg weer uit tot een 1/2 cm dik.  Je kunt nu de klassieke strepen snijden of er iets creatiefs van maken. Zoals vlechtjes!
Om de visgraatvlecht te maken, snijd je 5 dunne reepjes deeg.
Leg ze bij elkaar en druk ze bij het begin aan elkaar vast.
Pak het verste reepje deeg aan de linkerkant en sla het over de 2 reepjes die er het dichtste bij liggen, naar het midden.
Doe vervolgens hetzelfde aan de andere kant: pak het verste reepje aan de rechterkant en sla het over de 2 reepjes die het dicht bij liggen, naar het midden.
Sla zo elke keer het deeg naar het midden totdat er een vlecht ontstaat.

(Ik heb twee vlechten gemaakt, om de hele rand te kunnen bedekken.) Haal de taartbodem uit de koelkast en vul met het appelmengsel. (Als je bang bent voor een natte bodem, strooi wat paneermeel, custardpoeder of maïsmeel op de bodem voordat je het verder vult met appels).

Snijd de rest van het deeg in repen en leg als ruitpatroon op de appelvulling. Leg de vlechten op de rand van appeltaart en druk de uiteinden van de vlechten aan elkaar. Als het deeg niet goed aan elkaar plakt, kun je een beetje eigeel ertussen smeren.
Bestrijk vervolgens de hele bovenkant met eigeel.

Bak de taart in het midden van de oven, op 180 graden, in 55 minuten gaar. Ik hield een beetje deeg over en daar heb ik nog snel een mini-appeltaartje van gemaakt! Wat een een cutie hè, vooral naast zo’n grote appeltaart. Laat de taart op een afkoelrek een paar uur afkoelen, voordat je hem aansnijdt. Serveer op kamertemperatuur of warm. Ik eet hem het allerliefst warm, met vanille saus (of ijs!) en slagroom. De appeltaart was binnen een dag op. Maar gelukkig heb ik 25 kilo appels geplukt. Appeltaart anyone? X Shifra

17 Comments